De snoek is een vis. En is een van de meest voorkomende soorten in het Europese zoetwatermilieu. Hun belangrijkste leefgebieden zijn meren en het is waarschijnlijk dat meer dan 80 % van de meren in Europa snoek bevat. De snoek heeft een groot aanpassingsvermogen, wat betekent dat hij in kleine en grote meren leeft. Een belangrijk aspect is dat het meer een gezonde hoeveelheid vegetatie moet hebben. Als het meer die heeft, is de snoek zeer flexibel in waar hij kan leven. Ook kanalen en riviertjes met langzaam stromend water zijn favoriet bij de snoek.

Zelfs in brak water kan de snoek goed gedijen, als het zoutgehalte vrij laag is, 10-12 ‰. Ze zijn dan ook te vinden in fjorden in heel Europa. Ze zijn het talrijkst in de noordelijke delen van Europa, waar veel meren zijn.

Het belang van de vegetatie voor de snoek

Het grootste deel van het leven van de snoek speelt zich af in de nabijheid van vegetatie. Als hij klein is, voedt hij zich met kleine insecten die dicht bij de vegetatie leven. Rietvelden zijn voor de snoek niet de meest geliefde plek, maar in meren met troebel water of waar andere soorten vegetatie schaars zijn, zal hij ze als dekking gebruiken.

Vegetatie biedt een geweldige schuilplaats voor de hinderlaagaanval van de snoek. Ze houden ervan om urenlang stil te staan en gewoon te wachten tot er een insect of een vis langskomt. Wanneer dat gebeurt, schiet de snoek uit zijn schuilplaats en zuigt een vacuüm de prooi in zijn grote bek. De grotere snoeken brengen het grootste deel van hun tijd door in open water, ver weg van de veiligheid van de vegetatie. Hier zijn de grotere snoeken de top-predator en bijna geen andere vissen zullen op grote snoeken jagen. Tenzij u in de zuidelijke delen van Europa bent, waar meerval de grootste zoetwatervis is.

Kuitschieten bij de snoek

De snoek paait in het voorjaar, afhankelijk van de temperatuur. Als de temperatuur lager is dan 6 graden Celsius, zal de snoek niet succesvol kunnen paaien. Het paaien kan zelfs worden onderbroken als de temperatuur weer daalt en het hele proces wordt uitgesteld. De snoek heeft ook ondiep water nodig om succesvol te zijn. Het ondiepe warmt veel sneller op dan diepere delen. Als niet aan deze 2 voorwaarden wordt voldaan, zal de snoek niet kunnen paaien.

De eerste die de spanning voelt oplopen is het mannetje. Hij zal naar het ondiepe gaan en wachten tot een vrouwtje zich aangetrokken voelt. Als het mannetje daarin slaagt, blijft hij vaak tot het volgende vrouwtje voorbij komt, zodat hij meer kinderen kan verwekken. Tijdens het kuitschieten zwemmen het mannetje en het vrouwtje naast elkaar tot ze allebei langzamer gaan zwemmen. Dan brengt het mannetje zijn genitale opening dichter naar die van het vrouwtje en draait met zijn staart om de verbinding tot stand te brengen. Als ze elkaar hebben bereikt, maken ze een snelle beweging naar voren, waarbij de eieren en het zaad worden losgelaten en het zaad en de eieren worden gemengd. Ze herhalen deze handeling elke 2 minuten totdat het vrouwtje al haar eitjes heeft losgelaten. Een paaitijd kan tot 2 uur in beslag nemen. Een vrouwtjessnoek van ongeveer 1 meter kan wel 250.000 eitjes bevatten.

Na het kuitschieten snoek. De snoeken zijn mager, maar zeer hongerig net na de paaiperiode

De pootvis van de snoek

De pootvis komt uit na 5-25 dagen, afhankelijk van de temperatuur. De optimale temperatuur ligt tussen 8-15 graden Celsius, maar ze kunnen overleven tussen 4-23 graden Celsius. Wanneer de snoek uit het ei komt, is de larve ongeveer 8-9 mm groot en nauwelijks ontwikkeld. Zijn zwemcapaciteiten zijn zeer gering, en hij zwemt onmiddellijk naar een blad, waar hij zich tussen de ogen vasthecht, met de kop eerst. Hier blijft hij 5-12 dagen en wordt sterker door zich te voeden met zijn dooierzak.

Wat eet de snoek?

Nadat hij op krachten is gekomen, begint hij zich spoedig te voeden. In het begin beperkt het voedsel zich tot insecten, larven en Daphne's. Wanneer hij 9 cm is, begint hij kleinere vissen te vangen en vanaf dat moment blijft hij zich met vissen voeden.

De snoek zal beslissen welke vis het beste is om zich mee te voeden, afhankelijk van hoeveel energie hij moet verbruiken om die vis te vangen. Hij zal zich het vaakst richten op grotere prooien, omdat hij daar langer van kan leven en energie kan sparen. Uit onderzoek blijkt ook dat hij de voorkeur geeft aan gemakkelijk eetbare vis, zoals voorn, omdat die gemakkelijker door te slikken is dan baars, omdat die stekels heeft.

Het menu is heel anders in de rivier, dan in het meer, zoals hierboven beschreven. Uit een Deens onderzoek blijkt dat de snoek in rivieren zich in zijn jonge jaren vooral voedt met rivierkreeftjes. Wanneer ze de 40 cm gepasseerd zijn, beginnen ze zich meer met vis te voeden. Daarna zal de snoek zich bijna volledig met vis voeden. In de rivier voedt hij zich met voorns, baars, forel en stekelbaarsjes. Het is bekend dat hij zich in het voorjaar voedt met smolt van forel die de rivier uitgaat.

Hoe jaagt de snoek?

De meest geprefereerde aanvalsmethode van de snoek is een hinderlaagaanval. Door zich te camoufleren in de vegetatie wacht hij tot een prooi voorbij komt en beweegt zich langzaam naar de maaltijd toe. Wanneer hij vlak voor zijn bek is, zal de snoek een explosieve aanval uitvoeren, waarbij hij tot 20 km/u kan versnellen. Dit doet hij door een plotselinge s-beweging te maken en hij schiet naar buiten. Als hij zijn bek opent, ontstaat er een vacuüm en verdwijnt de vis in zijn bek. Meestal slaat de snoek zijn prooi in het midden van zijn lichaam. Hij zal proberen zijn prooi door te slikken, met de kop eerst.

De snoek patrouilleert ook in zijn territorium op zoek naar voedsel. Vooral als hij groter wordt, zal hij naar dieper water trekken en alleen de grootste prooi zoeken die hij kan doorslikken.

Kan de snoek jagen in onhelder water?

Zijn belangrijkste zintuig om mee te jagen, is zijn zicht. Daarom hebben wetenschappers geprobeerd deze theorie te bewijzen, maar het blijkt dat de snoek geen problemen heeft om voedsel te vinden in donker of onduidelijk water. Zij denken dat de snoek zijn zijlijn gebruikt om bewegingen en trillingen te detecteren om zijn prooi te lokaliseren. Ze gebruiken het onduidelijke water ook als vermomming om dichter naar hun prooi te sluipen. Normaal gesproken zit er meer vis in meren of rivieren met troebel water, wat ook de kansen op succes voor de snoek vergroot.

Wanneer is de snoek het meest actief

Onderzoek heeft uitgewezen dat de snoek het actiefst is bij een temperatuur van rond de 20 graden Celsius, maar er zijn verschillende factoren die hierbij een rol spelen. In de zomer, wanneer de watertemperatuur stijgt, is de snoek 100% het actiefst tegen zonsopgang, wanneer de watertemperatuur het laagst is. Dan beweegt hij zich het meest, op zoek naar voedsel. Maar zelfs bij zeer lage temperaturen, zoals 0-2 graden Celsius, is de snoek nog steeds actief op zoek naar voedsel.

Tijdens de winter gaan ze naar de diepere delen van het meer, waar het water wat warmer is en blijven daar tot het voorjaar, wanneer het paaien begint. Meestal blijven ze dan in de ondiepe delen totdat de watertemperatuur weer daalt.

Vijanden van de snoek

De snoek heeft niet veel vijanden, omdat hij het belangrijkste roofdier van het meer is, maar hij is nog steeds kwetsbaar. Hun grootste bedreiging zijn zijzelf, als we het over kannibalisme hebben. Uit een onderzoek van het Deens Technologisch Instituut is gebleken dat een vrouwtjessnoek van 102 cm 4 van haar broers en zussen van 42, 55, 62 en 74 cm opat. Vissen met groot kunstaas is dus geen enkel probleem!

Aalscholver en reiger zijn ook een vijand totdat de snoek een bepaalde grootte bereikt. De aalscholver heeft er geen moeite mee om snoeken door te slikken tot ze 40cm groot zijn.

Materiaal voor het snoeken bestellen?

Natuurlijk hebben we bij dé HengelsportCentrale een uitgebreid assortiment aan materiaal voor snoekvissers. Van hengelsets tot kunstaas van bekende merken zoals Savage Gear, SPRO en natuurlijk nog veel meer.

Bron: The Pike

Vertaald door: HengelsportCentrale.nl